Op weg naar een natuurlijker bos

We lopen met een groepje mensen in recreatiegebied 'De Dennen'. Het beheer in dit gebied is gericht op het doen ontstaan van een zo natuurlijk mogelijk bos. Om het proces van verval en verjonging in de gesloten bospercelen op gang te brengen helpt Staatsbosbeheer hier en daar een handje door kleine plekken open te zagen. Er voegen zich steeds meer mensen bij het groepje. Hun emoties zijn deels gespeeld, deels echt. Hun uiterlijke kenmerken veranderen voortdurend. Ook hun huizen zijn niet meer hetzelfde, misschien aan de buitenkant, maar zeker niet van binnen.

Zomers sluit men de warmtewerende gordijnen. De aarde warmt op, koelt af, warmt op. Sommigen klagen, anderen reageren gelaten. Sommigen staan in de file, anderen in de supermarkt en weer anderen lopen, ongeveer een halve meter van elkaar, elk in eigen gedachten. Het zijn een man en een vrouw. Een man en een man. Twee jongens, bijna mannen. Van hun gang gaat een lichte dreiging uit. Als je ze niet zou kennen zou je ze waarschijnlijk uit de weg gaan, maar je kent ze: het zijn je jeugdvrienden. Nee, niet je jeugdvrienden, het zijn die jongens van het Poolse klusbedrijf die onlangs de badkamer opnieuw hebben betegeld. De tegels waren Roomwit nu zijn ze Schelpwit. Het badmeubilair komt er zo veel beter in uit.

"Mooi", zeg ik. Ik wil niet lachen, maar het komt toch, het ziet er zo vreemd uit: jouw gezicht in een grimas boven de wastafel en het mijne daar achter in spiegelbeeld. Ik probeer een arm om je schouder te leggen, maar je zegt: 'Het gaat al weer.' We lopen de badkamer uit, de overloop over, de trap af naar beneden. In de hal pak ik mijn jas, mijn sjaal en overweeg je alles van belang nog snel te zeggen, terwijl ik met mijn autosleutel in de hand naar buiten stap, op de natte bladeren die samen met de omgezaagde boomstammen langzaamaan de aarde in zakken.

Uit gelijknamig boek/xylotheek (unicum), 2011